De moed om te durven leidt naar de dood,
De moed om niet te durven leidt naar het leven.
Een tweespalt:
De ene voedt,
De andere schaadt.
Wat de Hemel wel of niet tegensteekt,
Wie kan het met zekerheid zeggen?
Zelfs de wijzen komen er niet aan uit.
De weg van de Hemel is niet in strijd en schittert steeds in de overwinning.
Het spreekt niet en toch geeft het alle antwoorden.
Ongeroepen en toch aanwezig.
In rustige vanzelfheid en toch alles uitgepland.
Het net van de Hemel is gigantisch en uitgestrekt.
Wijds geknoopt en toch ondoordringbaar.
勇於敢則殺,
勇於不敢則活。
此兩者,
或利或害。
天之所惡,
孰知其故?
是以聖人猶難之。
天之道,
不爭而善勝,
不言而善應,
不召而自來,
繟然而善謀。
天網恢恢,
踈而不失。
Hoe kan je mensen die niet bang zijn om te sterven,
Bedreigen met de dood?
Als je mensen continu gaat bedreigen met de dood,
Wie o wie durft nog de beul zijn,
Van moordenaars?
Er zijn altijd officiële beulen geweest.
Als je daarom de officiële beulen vervangt,
Dan is dit wat we noemen:
De grote houthakker omver hakken.
En is het niet zo dat wanneer de hakker wordt vervangen,
Slechts weinigen hun handen niet kwetsen?
民不畏死,
奈何以死懼之?
若使民常畏死,
而為奇者,
吾得執而殺之,
孰敢?
常有司殺者殺。
夫司殺者,
是大匠斲;
夫代大匠斲者,
希有不傷其手矣。
Mensen verhongeren wanneer het graan
Door officiëlen te veel wordt afgenomen.
Daarom.
Een volk dat te moeilijk doet,
Is het resultaat van bemoeienissen.
Daarom.
Een volk dat met de dood kan omgaan,
Komt doordat ze streven naar de volheid van het leven.
Daarom.
Voorwaar,
Het is het meer waard de dingen in het leven niet te forceren,
Dan het geforceerde leven te waarderen.
民之飢,
以其上食稅之多,
是以飢。
民之難治,
以其上之有為,
是以難治。
民之輕死,
以其求生之厚,
是以輕死。
夫唯無以生為者,
是賢於貴生。
Bij geboorte zijn mensen zacht en soepel.
Wanneer mensen sterven, zijn ze hard en rigide.
Alles wat leeft, dieren en planten,
Zijn bij geboorte zacht en soepel,
En bij de dood droog en verlept.
Daarom is het dat hardheid en rigiditeit,
De compagnons zijn van de dood.
Zachtheid en kwetsbaarheid,
De compagnons van het leven.
Zodra legertroepen rigide worden,
Valt de overwinning weg.
Zodra bomen rigide worden,
Breken ze omver.
Grootsheid en eigenzinnigheid onder,
Zachtheid en kwetsbaarheid blijft boven.
人之生也柔弱,
其死也堅強。
萬物草木之生也柔脆,
其死也枯槁。
故堅強者死之徒,
柔弱者生之徒。
是以兵強則不勝,
木強則共。
強大處下,
柔弱處上。
Is de weg van de Hemel,
Niet net zoals het uitstrekken van een boog?
De hoogste dingen haalt het naar beneden.
De laagste dingen heft het op.
Wat overvloed heeft, reduceert het.
Wat tekort komt, vult het aan.
De weg van de hemel is
Overvloed reduceren
En tekorten aanvullen.
De weg der mensen is,
Niet helemaal hetzelfde.
Ze verminderen wanneer er een tekort is,
En offeren nog meer van wat in overvloed is.
Maar wie kent er zoveel overvloed,
Om aan de hele wereld te kunnen offeren?
Zo zijn er alleen die de Dao volgen.
De wijzen doen zonder opeisen.
Ze bereiken hun doelen maar blijven er niet bij.
Zonder de drang om gezien te worden als beter dan.
天之道,
其猶張弓與?
高者抑之,
下者舉之;
有餘者損之,
不足者補之。
天之道,
損有餘而補不足。
人之道,
則不然,
損不足以奉有餘。
孰能有餘以奉天下,
唯有道者。
是以聖人為而不恃,
功成而不處,
其不欲見賢。
In de hele wereld is er niets meer kwetsbaar of zacht dan water.
Wanneer het wat hard en ferm is aanpakt,
Kan echter niets water evenaren.
Want er is niets wat de plaats kan innemen.
Wat zwak is komt het sterke te boven.
Wat zacht is komt het harde te boven.
Niemand ter wereld kan het bevatten.
Niemand kan het nadoen.
Een wijze spreuk is deze:
Wie de schaamte van de gemeenschap draagt,
Krijgt de naam van Heer over Graan en Altaren.
Wie de rampen van de gemeenschap draagt,
Krijgt de naam van ’s werelds koning.
Woorden van waarheid
klinken paradoxaal.
天下莫柔弱於水,
而攻堅強者莫之能勝,
其無以易之。
弱之勝強,
柔之勝剛,
天下莫不知,
莫能行。
是以聖人云:
受國之垢,
是謂社稷主;
受國不祥,
是謂天下王。
正言若反。
Een gekalmeerde woede,
Laat nog sporen van boosheid achter.
Is dat iets wat je zou beschrijven als,
Goed gekomen?
Wijzen tekenen hun deel van het contract,
En eisen geen handtekening van de andere partij;
Innerlijke kracht kent ook zo’n open contracten,
Onzekerheid eist een handtekening.
De weg van de Hemel kent geen partij,
En steunt goede mensen constant.
和大怨,
必有餘怨;
安可以為善?
是以聖人執左契,
而不責於人。
有德司契,
無德司徹。
天道無親,
常與善人。
Hoe kleiner een gemeenschap, hoe minder mensen.
Laat mensen tientallen, honderden regels hebben,
Zonder ze ooit te gebruiken.
Laat mensen de dood serieus nemen,
En toch niet te ver afwijken.
Hoewel er boten en koetsen zijn,
Laat men geen reden hebben om ze te gebruiken.
Hoewel er harnassen zijn en wapens,
Laat men geen reden hebben ze te tonen.
Laat mensen terugkeren naar het knopen van touwen
Om ze te gebruiken.
Zoet, hun eten.
Mooi, hun kleding.
Vredig, hun thuis.
Vrolijk, hun gewoontes.
Buurlanden kunnen elkaar zien,
Zoals honden en hanen elkaar kunnen horen,
En de mensen worden ondertussen oud,
En sterven,
Vooraleer ze bij elkaar op bezoek zijn geweest.
小國寡民。
使有什伯之器而不用;
使民重死而不遠徙。
雖有舟輿,
無所乘之,
雖有甲兵,
無所陳之。
使民復結繩而用之,
甘其食,
美其服,
安其居,
樂其俗。
鄰國相望,
雞犬之聲相聞,
民至老死,
不相往來。
Ware woorden klinken niet altijd.
Klinkende woorden zijn niet altijd waar.
Goed van inborst is het om niet te redetwisten.
Altijd redetwisten is niet goed.
Zij die beseffen zijn niet altijd geleerd.
Zij die geleerd zijn beseffen vaak niet.
De wijzen potten niet op.
Hoe meer ze doen voor anderen,
Hoe meer ze hebben.
Hoe meer ze geven aan anderen.
Hoe meer overvloed ze bereiken.
De weg van de Hemel:
Verzorg en kwets niet.
De weg van de Wijze:
Creëer en wedijver niet.
信言不美,
美言不信。
善者不辯,
辯者不善。
知者不博,
博者不知。
聖人不積,
既以為人己愈有,
既以與人己愈多。
天之道,
利而不害;
聖人之道,
為而不爭。
☯️